Rutger Kips is al jarenlang actief bij De Kentering als belangenbehartiger. Hij heeft zich onder andere veel bezig gehouden met de Wet verplichte ggz, die dit jaar in is gegaan. Onlangs werd hij door De Groene Amsterdammer geïnterviewd over de haken en ogen aan de Wet verplichte ggz en zijn rol in de totstandkoming ervan.
Rutger vertelt in het interview dat de Wet verplichte ggz zijn ‘levenswerk’ is geworden; jarenlang is hij betrokken geweest bij de voorbereiding ervan en heeft hij het cliëntperspectief naar voren gebracht.
Over de eerste versie van de wet was hij erg tevreden: “Het was bloedsimpel, iedereen kon het begrijpen. De combinatie van zo’n helder wetsvoorstel met zo’n stevige rechtsbescherming voor de patiënten; ik was in één klap enthousiast!” In deze versie was een grote rol weggelegd voor de zogenaamde commissies, waarin een onafhankelijke psychiater, een jurist en een vertegenwoordiger van het familie- en cliëntperspectief in overleg met de cliënt zouden onderzoeken of dwangbehandeling wel echt noodzakelijk is. Een rechter zou vervolgens het definitieve oordeel vellen.
Dit veranderde echter toen Els Borst door een verwarde man werd vermoord, waarna het maatschappelijke debat van toon veranderde en politie en justitie zich meer gingen bemoeien met de problemen rondom verwarde personen. De commissies werden geschrapt, en de officier van justitie krijgt een grotere rol. Dit ook tot onvrede van veel psychiaters.
Daarnaast is inmiddels gebleken dat de Wet verplichte ggz veel administratieve druk met zich meebrengt. Rutger: “Het is zo technisch geworden, zo bureaucratisch. Het ís ook verschrikkelijk moeilijk: het gaat over een enorm breed scala aan mensen en aan gektes, en daar moet het allemaal voor kloppen. Je probeert de connectie te houden tussen wetssysteem, de bureaucratie eromheen en de mens. Maar dan verdwijnt toch de mens uit beeld. Niemand heeft het zo bedoeld, en toch is het gebeurd.”