Het VN-verdrag voor mensen met een beperking wordt in Nederland nog onvoldoende nageleefd, ook ten aanzien van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Dat stelt een comité van de Verenigde Naties in een rapport dat de naleving van het verdrag onder de loep heeft genomen. Belangenorganisaties roepen op tot actie.
Het doel van het VN-verdrag is om de participatie van mensen met een beperking in de samenleving te vergroten. Nederland blijft echter nog ver achter. Zo zijn de wachtlijsten in de GGZ langer geworden, worden er nog steeds mensen gedwongen gesepareerd en is het aantal betaalbare woningen voor mensen met een psychische kwetsbaarheid afgenomen. Ook de participatie van psychisch kwetsbare burgers op de arbeidsmarkt blijft nog achter.
Een specifiek probleem dat in Nederland speelt is dat er veel verschillen zijn tussen gemeenten op het gebied van zorg en ondersteuning. Sommige gemeenten bieden meer ondersteuning dan anderen aan mensen met een psychische kwetsbaarheid. Hierdoor ontstaat rechtsongelijkheid en wordt inclusie bemoeilijkt. Het comité van de VN roept dan ook op om deze verschillen weg te nemen.
Een ander advies is om vaker de burgers om wie het gaat te betrekken bij het vormgeven en uitvoeren van beleid. In Nijmegen gebeurt dit al door bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen te raadplegen bij armoedebeleid en consulenten van de sociale dienst te trainen.
Belangenorganisatie MIND dringt er op aan om strenger toe te zien op de naleving van het verdrag en wil op korte termijn in gesprek gaan met de regering.